Shotokan


Het uiteindelijke doel van karate is niet de nederlaag of de overwinning, maar de verbetering van het karakter van de beoefenaar.
Gichin Funakoshi


Het Japanse karate do is pas aan het begin van deze eeuw ontstaan. Daarvoor heeft het zich eerst in Okinawa ontwikkeld, een eiland tussen China en Japan dat vroeger deel uitmaakte van het Koninkrijk van de Riukiu-eilanden.
Er zijn twee periodes geweest, die een zgn. wapenverbod kenden.

Beide periodes hebben een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van karate.
Doordat de Riukiu-eilanden ook schatplichtig geweest zijn aan China, is er een regelmatig contact geweest tussen deze eilanden en het vasteland van China.

Zo is het verklaarbaar en ook logisch dat vormen van het Chinese Kenpo (methode met de vuist) in de oorspronkelijke zelfverdedigingwijzen, die in de "wapenloze" periodes waren ontstaan, werden geintegreerd.

De voorvormen van karate zijn To-de en Okinawa-te, de oorspronkelijke verdedigingstechnieken van het eiland Okinawa.

Als eerste grote en bekende moderne leraar moet Sokon Matsumura genoemd worden. Deze officier, in dienst van een koning van de Riukiu-eilanden, heeft zijn kennis overgedragen aan Anko Azato en Anko Itosu, die beiden hun kennis weer overdroegen aan Gichin Funakoshi.
Funakoshi bracht de techniek van de klassieke leermeesters verder tot ontwikkeling en zorgde ervoor dat het karate ook in de rest van Japan en later over de hele wereld bekend geraakte. Nu nog beoefenen vele karateka's de "Shotokan" stijl of de stijl van sensei Gichin Funakoshi.
Shoto "wuivende den" was het dichterspseudoniem van Gichin Funakoshi, Kan betekent "plaats of groep".


De "Shotokan" was de eerste officiele karatedojo (trainingszaal) in Japan.

De leerlingen en collegas van meester Funakoshi waren het niet altijd onderling eens waardoor er verschillende stijlen ontstonden.


De Shotokanstijl evolueerde steeds. Trainingsmethodes werden verbeterd en aangevuld met
modernere bevindingen o.a. door zijn zoon Gigo (Yoshitaka) Funakoshi.