Karatetechnieken
Karatetechnieken
Tsuki waza (stoottechnieken)
Tsuki is één van de meest gebruikte technieken in karate. Karatetechnieken putten hun kracht voornamelijk uit de heupinzet. Stoottechnieken kunnen beschouwd worden als basis voor het aanleren van de heupinzet. Belangrijk: als men stoot houd men de schouders zoveel mogelijk ontspannen en laag. Alle tsuki’s, met uitzondering van enkelen, beschrijven een rechtlijnig traject.
Uke waza (afweertechnieken)
Karate onderscheidt zich van vele andere gevechtsdisciplines door het gebruik van een
groot aantal weringen. Bovenstaande voorbeelden zijn maar een topje van de ijsberg. Elke afweer heeft ander eigenschappen, het is de kunst om de juiste wering te kiezen om een bepaalde aanval af te weren. De houding van de handen en de polsrotaties bij elke beweging zijn hier zeer belangrijk. Zoals bij tsuki waza is hier een dynamische heupwerking vereist.
Geri waza (schoptechnieken)
Het uitvoeren van een goede trap vereist veel lichaamscontrole. Ten eerste moet men soepel genoeg zijn in de bekken en de heup, ten tweede moet men over de nodige spierkracht beschikken om een techniek onder controle te krijgen. Dit kan niet alleen door te stretchen, maar ook door je standen te trainen. Aangezien men op één been staat tijdens het uitvoeren van een trap, speelt evenwicht een grote rol.
Geri waza traint men het best langzaam in, op deze manier krijgt men een beter gevoel van controle en evenwicht over een bepaalde trap.
Uchi waza (slagtechnieken)
In tegenstelling tot de meeste stoottechnieken zijn slagtechnieken cirkelvormig van aard. Ze variëren van sterk- ( bv. Empi Uchi) tot zwak ogende ( bv. Uraken Uchi) technieken. Ook al ogen sommigen zwak, toch zijn slagtechnieken enorm krachtig. Het goed uitvoeren van uchi waza vraagt souplesse in de schouders. Open-hand technieken (kaisho) past men toe alsof men met een zwaard zou werken. Een slagtechniek heeft een hogere moeilijkheidsgraad dan een stoottechniek, bijgevolg vergt uchi waza meer training.
Nage waza (werptechnieken)
Velen denken dat karate enkel uit stoten en trappen bestaat. Alhoewel deze technieken de basis vormen van karate, zijn er ook tal van worpen mogelijk. (zie bv. Karate Do Kyohan van Gichin Funakoshi)
Vanaf een bepaald niveau worden ze vaker geoefend (vooral bij kata kumite en embu). Een belangrijk aspect van worpen (in het karate) is dat ze veelal voorafgegaan worden door andere technieken om de tegenstander eerst te verzwakken of uit evenwicht te brengen.
Dachi waza (standen)
Standen worden uitvoerig getraind in het Shotokan karate. Niet enkel voor de vorm, maar vooral om kracht in de onderste ledematen te ontwikkelen. Iemand met goede standen heeft hierdoor voordeel bij het uitvoeren van beentechnieken (stabiliteit, kracht, ...).
Verplaatsingen
Verplaatsingen zijn een belangrijk gegeven in elke gevechtsvorm. Één enkele techniek kan op verschillende wijzen worden uitgevoerd door andere verplaatsingen te gebruiken.